Zelf je DNS-records beheren via het beheerpaneel. Volg onderstaande stappen om MX-, TXT- en CNAME-records te beheren of toe te voegen.
Ga naar jouw DirectAdmin-loginpagina (bijv. https://jouwdomein.ext:2222
).
Log in met je gebruikersnaam en wachtwoord.
Selecteer de juiste gebruikersaccount als je als reseller/admin bent ingelogd.
Klik op “Account Manager” (of “Beheer account”).
Kies vervolgens “DNS Management” of “DNS-beheer”.
Je ziet nu een overzicht van alle bestaande DNS-records voor je domein.
Zoek naar bestaande MX-records om te bewerken of klik onderaan op “Add Record”.
Kies bij Type: MX
.
Vul in:
Name: laat dit meestal op het domein staan of @
.
Value: het mailserveradres (bijv. mx.yourdomain.com
of ASPMX.L.GOOGLE.COM
).
Priority: een cijfer (lager = belangrijker).
Klik op “Save” of “Toevoegen”.
Klik op “Add Record”, kies als type TXT
.
Vul in:
Name: bijvoorbeeld @
, _dmarc
, of default._domainkey
.
Value: de volledige tekststring (bijv. SPF-regel: v=spf1 include:_spf.google.com ~all
).
Klik op “Save”.
Klik op “Add Record”, kies als type CNAME
.
Vul in:
Name: het subdomein dat je wilt instellen (bijv. www
, mail
, etc.).
Value: het doeladres (bijv. ghs.googlehosted.com
).
Klik op “Save”.
DirectAdmin geeft meteen het overzicht weer. Controleer of je nieuwe record correct is toegevoegd.
Houd rekening met DNS-propagatie: het kan tot 24 uur duren voordat wijzigingen wereldwijd effect hebben.
CNAME-records mogen niet gecombineerd worden met andere records op hetzelfde subdomein.
Bij gebruik van externe e-maildiensten (zoals Google Workspace of Microsoft 365) moet je de standaard MX-records verwijderen voordat je de nieuwe toevoegt.
TXT-records kunnen meerdere regels bevatten (voor SPF, DKIM, etc.) – zorg voor een correcte syntax.
Kom je er niet uit? Neem gerust contact op met onze supportafdeling. We kijken graag mee bij het instellen van je DNS-records.